Coda - 5 december 2024
36
Jo Vranckx
Het kerstverhaal …
We kennen alle ‘deelnemers’: Jozef en Maria, de kleine Jezus, Balthasar, Melchior en Gaspard. Namen die in alle boekjes staan. Als coda na een warme viering kozen we voor een gedicht van Anton van Duinkerken. Hij kiest niet voor het kerstekind of de koningen maar hij zet een spotlichtje op de schaapherders. De herders zonder naam maar  die symbool staan voor de armen, de vertrapten, de verdrukten.
In zijn gedicht heeft de diepgelovige hoogleraar Anton Van Duinkerken zijn rotsvaste overtuiging gelegd: de eenvoud van het hart kan mysteries begrijpen die de kennis van het hoofd niet kan uitleggen.
Â
De Herders
Â
Omdat eenvoudigen verstaan
Wat door geen ingewikkeld zoeken,
Noch lezen in geleerde boeken
Begrepen wordt of nagegaan,
Â
Zijn herders toen in uwen stal
geknield en hebben u aanbeden:
dit is tweeduizend jaar geleden
en nog weet elk het overal.
Â
Geen mens heeft ooit hun naam genoemd,
De rest van hun onschuldig leven
Is door geen wetenschap beschreven
Wordt slechts aan kinderen verteld …
Â
Anton van Duinkerken (1903-1968)uit: Verzamelde gedichten (1957)