vijfminutenspeech - 6 okt 2017
Pol Bossuyt
2
Over de voedselverspilling in onze westerse wereld en het immense onevenwicht in beschikbaarheid van betaalbaar voedsel tussen ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden.
Vanuit zijn professionele betrokkenheid met de voedingsindustrie heeft Pol ons attent gemaakt op een schrikwekkende ongelijkheid in onze hedendaagse mondiale samenleving tussen de voedselverspilling in de ontwikkelde landen en de voedseltekorten in de ontwikkelingslanden. Er wordt bij ons niet minder dan gemiddeld 50 kg niet bedorven voedsel per jaar en per persoon weggegooid. De hoeveelheden van weggegooid voedsel bij ons overtreffen de elementaire voedselnoden van 2 miljard mensen in de minst bedeelde landen.
Natuurlijk is een herverdeling niet zo eenvoudig en kost ook geld. Maar er is ook een mentaliteitswijziging nodig in onze westerse beschaving om de verspilling tegen te gaan, bv. door minder kritisch te zijn voor niet altijd perfect gevormde groenten en fruit. Zo kan de hoeveelheid afgekeurde waren toch afnemen. Hij sprak bv. over een initiatief in Nederland, nl. “De Verspillingsfabriek” waarbij basisgrondstoffen die omwille van "esthetiek" voor verkoop afgekeurd werden, daar toch tot volwaardige producten afgewerkt worden, en dit toch al met een capaciteit van 100 ton per week.
Bewustwording van de problematiek en politieke moed zijn vereist om het tij te keren. Want het kan niet zijn dat alle basisgrondstoffen naar onze rijke landen worden getransporteerd (denken we maar aan exotisch fruit of seizoensgroenten) terwijl de lokale bevolking het met de goedkopere overschotten moet doen. Een wijziging in ons consumptiegedrag is een eerste stap, maar een evenwichtiger internationaal beleid zal ook nodig zijn om een verdere escalatie te vermijden en een betere spreiding van de voedselvoorraden te bewerkstelligen.
Daarnaast zullen de voedingstechnologen ook zoeken naar nieuwe duurzame voedingsmiddelen, waarbij product én verpakking moeten deel uitmaken van een circulaire bio-economie die uitstoot van broeikasgassen en waterverbruik doet dalen. Proteïnevervangers als meelwormen en insecten zullen in verwerkte vorm, een waardig alternatief bieden voor intensieve veeteelt, maar vragen een zekere gewenning van de verbruiker.